Het culturele online mzine van Rotterdam
antenne rotterdam

Antenne Rotterdam

jfmamjjasond
1610141923273236414549
2711152024283337424650
3812162125293438434751
4913172226303539444852
5183140

Magazine

week 44 | zondag 3 november 2024 01:18 uur | 0 bezoekers

Druiventrots

“klootzak”, mompelde de neuspeuterende Jan Willem Pieter door het verhaal door.
“Niet doen”,”dat mag niet”,”blijf van mij af”, draagt de warme lucht een krakende oude mannenstem.
Twee oude mannen zitten medio 2039 voor een oude vervallen melkfabriek.
Ze kijken stil voor zich uit, na hun dagelijks gekietel, niemand in Nieuwleusen weet hoelang deze twee kunstenaars al in de fabriek wonen, Gert Jan Herman en Jan Willem Pieter. Voor de oude knakkers zijn er geen weet je nog verhalen, ooit besloten ze hier mee op te houden, met reden dat ze niet bij elkaar wilde merken dat ze vergeetachtig zouden worden. Dan gaat Jan Willem Pieter staan, en schreeuwt,”alle klootzakken zijn gelukkig al lang dood”, waarop Gert Jan Herman opkijkt, en mompelt dat helaas ook de goed zakken gestorven zijn.
Jan Willem Pieter zakt ontdaan weer in zijn stoel, om verder te gaan met staren in het niets.
Zo gaat dit bij goed weer, dag in dag uit, schilderen ligt ver in de verleden tijd.
Dus een doel is er niet meer in het leven van deze oude vrienden.

Dan komt er iets tussen de twee vrienden met een flats geluid uit de blauwe lucht vallen.
Gadverdamme duivenstront zegt Jan Willem Pieter mopperend, het zit ook op zijn mouw.
Gert Jan Herman moet lachen,”en hij begint op trage toon een verhaal”.

In de achttiende eeuw lagen er weilanden tussen Balkbrug en Nieuwleusen in, dat toen nog Den Hulst genoemd werd.
Daar woonde Mannes, een ondernemende boerenzoon, die korte tijd voor leger oefeningen in Zuid Frankrijk was geweest, bij terug komst had hij druivenpitten meegebracht.
Hij had er wat geplant, en al snel stonden er druivenstronken, die na een jaar oranje druiven gaven, hiervan maakte de slimme mannes wijn, oranje wijn.
Die wijn was heel zuur, maar je vergat er je zorgen door.
De vader van Mannes zag er handel in, en verkocht zijn koeien, om het weiland vol te zetten met druivenstronken. Na twee jaar hadden Mannes en zijn vader een heuse wijngaard, overal kwamen arme werklieden vandaan, die de goedkope wijn kochten, om hun zorgen te vergeten, en om nog harder te werken.
Al snel gingen de boeren in de omtrek van de wijngaard, ook over op de druiven.
En zo ontstond er een dorpje, dat men Druiventrots doopte.

Men opende er een grote herberg, waar alleen Druiventrots wijn werd verkocht.
De kerk diende als opslagplaats voor wijnvaten, die de inmiddels alcoholistisch geworden dominee beheerde. In en om Druiventrots bleven werklieden en landlopers hangen voor de wijn.
Zelfs zigeuners, bleven er hangen aan de rand van het dorp.
In de kerk van het nabij gelegen Staphorst riep de dienende dominee Druiventrots uit tot duivelsdorp, men dronk er het bloed van de duivel, en het zou er slecht aflopen met de bewoners en het bezoekers van Druiventrots.

“klootzak”, mompelde de neuspeuterende Jan Willem Pieter door het verhaal door.

Er braken vecht partijen in Druiventrots uit, tussen de drinken broers, en langzaam aan raakte iedereen verslaafd aan de oranje wijn van Duiventrots.
Maar het leven ging door, en Druiventrots bleef zich uit breiden.
Mannes werd uitgeroepen tot burgermeester van het nu tien jaar oude dorpje.
 Er gingen geruchten dat er op de wijngaard van boer Joppe een nest met hele grote duiven was uitgekomen. Toen Mannes er met zijn gevolg van altijd beschonken wethouders arriveerde, keek hij zijn ogen uit, duiven ter grote van een volwassen gier keken hem aan.
Dit kon voor nog meer geld gaan zorgen. 
Mannes liet een hekwerk om de wijngaard van Joppe zetten, en die moest entree gaan vragen aan nieuws gierige bezoekers.
Hele rijen bezoekers stonden ervoor de ingang, iedereen wilde de reuzenduiven van Druiventrots aanschouwen.
Dat de steeds maar groter wordende duiven alle druiven opaten, vond Joppe bijzaak.
Maar toen de duiven gingen uitvliegen, opzoek naar meer druiven, werd het toch een probleem.
De inkomsten van duivenbezoekers was prima, en lag zelfs hoger als de inkomsten van de wijn, maar inmiddels waren alle inwoners verslaafd aan de wijn, konden er niet meer buiten, en de wijn voorraden namen ziener ogen af.

Er waren overvallen, op de wijnboeren, met soms zelfs dodelijke afloop.
Mannes één van de weinig niet verslaafde, overwoog Druiventrots te veranderen in Duiventrots, en het hier op te gooien.
Maar na een ongeval, waar bij een gezin toeristen was verzopen in de duivenstront nam het duiven toerisme af.
Eerst dacht men dat de toeristen door buitenaardse wezens was aangevallen, omdat ze helemaal oranje waren, maar overal in Druiventrots vond men de oranje Duivenstront.
Boerderij daken bezweken onder het gewicht van de duiven.
En het zo mooi opgebouwde Druiventrots begon stilaan oranje te kleuren.

Mannes besloot de duiven  met pijn in het hart dood te schieten.
Maar dit liep uit op een ware catastrofe, de jagers werden aangevallen door de woedende reuzen duiven, aan stukken gescheurd.
Ook burgermeester Mannes kwam om.
En Druiventrots verdween onder de oranje duivenstront de vergetelheid in.

De Dominee van Staphorst had gelijk gekregen, Druiventrots was niet meer.

Gert Jan Herman keek na zijn schitterende verhaal naar zijn vriend Jan Willem Pieter, maar die was in slaap gevallen.
“Klootzak”, mompelde Gert Jan Herman het niets in.
 
Array
(
)

*

laat dit veld leeg

Tweets about "#rotterdam"