Het is dus echt gebeurd. Schreef ik in een vorige bijdrage nog met een knipoog op ironische, zo niet sarcastische wijze over de belachelijke maatregelen rondom Rotterdam CS, inmiddels is de lol wat mij betreft er af.
Vorige week woensdag (12 januari) was het weer eens tijd om de huur te gaan verdienen. Met een lege maag en de slaap nog in de ooghoeken sprong ik om mijn fietsje op weg naar het centraal station, vanwaar mijn lot in handen lag van de immer onvoorspelbare NS-medewerkers of ik ditmaal op tijd op mijn werk zou verschijnen. Tussen een woud van fietsen was er vanzelfsprekend geen lege klem meer te bekennen, maar ik was gelukkig ruim op tijd dus zocht onverstoorbaar verder (tegenwoordig breek ik de door mij zo geliefde slaap zelfs enkele minuten eerder af omdat ik rekening moet houden met de tijd die nodig is om mijn fiets te kunnen parkeren, op de door de gemeente verlangde wijze). Maar de minuten tikten weg in mijn nadeel, ik zag het visioen van een zitplaats in de trein in een dikke rookwolk opgaan, en had de moed al bijna opgegeven toen.. Ja, daar! Een lege klem! Als in een film werd de klem plots helder verlicht waardoor het zwarte aluminium glom aan alle kanten. Tevreden glimlachend plaatste ik mijn voorwiel in de klem, bevestigde mijn hangslot aan de daarvoor bestemde aluminium lus en liep met een gerust hart de stationshal in. Daar hoefde ik mij vandaag geen zorgen meer over te maken.
Na a hard day at the office keerde ik per trein terug van Den Haag naar Rotterdam. Al bladerend door de Metro werden mijn ogen onbewust naar een schrikbarende kop getrokken: ‘Verkeerd gestalde fietsen CS structureel verwijderd’. Het moet toch niet gekker worden, dacht ik toen nog.. Aangekomen in Rotterdam wachtte ik, zoals het een echte man betaamt, netjes op mijn vriendin die per spoor uit Utrecht was vertrokken. Na de immer hartelijke begroeting liepen we gearmd en druk pratend naar mijn stalen ros, die deze ridder en zijn jonkvrouw in enkele minuten naar zijn warme en uitnodigende kasteel zou brengen. Ja, het beloofde een mooie avond te worden.
De gezellige stemming verdween echter als sneeuw voor de zon toen we arriveerden bij een lege klem. Waar ik af en toe nog moeite heb mij te herinneren waar ik ’s ochtends mijn fiets heb gedeponeerd, wist ik die dag zeker dat ik me niet vergiste, dankzij een fel geel gespoten kunstwerk met twee wielen en een stuur waar ik mijn fiets naast gezet had. Meteen dacht ik aan het artikel in de Metro dat ik net vol afschuw had zitten lezen. Het zal toch niet hè.. Mijn aandacht werd getrokken door een jongen en een meisje die, afzonderlijk van elkaar, wezenloos in het rond liepen en duidelijk iets misten. ‘Ook een fiets kwijt?’ probeerde ik half grappig, half woedend. Dit bleek het geval, en toen ik ze vertelde over de lintjes en het Metro-artikel kregen ze dezelfde ongelovige en oprecht verbaasde blik in hun ogen die ik de eerste keer had gehad bij het aantreffen van het gele lint om mijn fiets, en weer had bij het lezen van het artikel. Het meisje had ondertussen op een geel bord gelezen dat verwijderde fietsen, tegen betaling van 15 euro, opgehaald konden worden in een depot in de Ammanstraat. Ze haalde haar schouders op en samen met de jongen vertrok ze te voet naar Rotterdams nieuwste aanwinst: een fietseninbeslagnameschuur.
God wat was ik woedend op dat moment! Het was laat, koud en het enige waarnaar ik verlangde was een warme maaltijd in een warm huis met de persoon die ik liefheb. Maar door een belachelijk besluit van een of andere ambtelijke idioot was de sfeer nu ver beneden nul en werd mijn lief noodgedwongen onderworpen aan mijn diepgewortelde frustraties. Ik kan er slecht tegen als mensen zich druk maken om onbenullige zaken, maar ik kan nog minder goed tegen onrechtvaardigheid en dit laatste gevoel won het dan ook met afstand. De ene na de andere volzin spuugde ik uit, in een tirade waarin de scheldwoorden ook niet van de lucht waren. Normaal heb ik er een hekel aan me zo beperkt uit te drukken maar de emotie won het simpelweg van de ratio op dat moment. Zonder grootspraak voelde ik me echt in staat om de beheerder van dat depot over het loket te trekken, hoe groot en sterk de man ook zou zijn. Anderzijds begreep ik dat, hoe rot voor de man ook, hij simpelweg het werk uitvoerde dat van hogerhand van hem verlangd werd. Maar de waarheid zou hij zeker te horen krijgen! Het hele beleid van lintjes en fietsen verwijderen was al belachelijk, gewoonweg omdat de gemeente verzuimt in haar taak om voldoende fietsklemmen te plaatsen rondom het centraal station. Maar om dan ook nog eens degelijke en netjes gestalde rijwielen te verwijderen, en deze vervolgens te koop aan te bieden voor 15 euro, ging in mijn ogen wel heel ver over de grens van het betamelijke. En hoe hadden ze trouwens mijn grote kettingslot open gekregen, waar ik zo’n 20 euro in had geïnvesteerd zodat, hoe wrang het nu ook klonk, mijn fiets niet gestolen zou worden? Het moet doorgeknipt zijn, waarbij ik me meteen afvroeg in hoeverre zo’n actie legaal zou zijn. ‘Gemeente steelt fietsen van burgers’, ik zag de krantenkoppen al voor me.
Aangekomen bij het depot kwamen juist het meisje en de jongen mijn kant op gelopen. Zonder fiets. ‘Niet gelukt?’ vroeg ik hen. ‘De dienst is op alle werkdagen geopend,’ sprak het meisje vol ironie in haar stem, ‘tot 16:00 uur.’ ‘Geweldig!’ riep ik uit, en wist nu echt niet meer welke emotie ik voor moest laten gaan. Moest ik lachen, huilen, schelden, languit op de grond gaan liggen, mijn haren uittrekken of ogen uitkrabben? Hoeveel ambtelijke onzin kan een mens verdragen? Hoe moet een rechtgeaarde burger, met een keurige baan van 9 tot 5, zijn of haar fiets hier ooit vandaan halen? Ik zie het al helemaal voor me: ‘Chef, ik neem vandaag een vrije middag, want ik moet mijn fiets terugkopen van de gemeente Rotterdam.’
Wordt (ongetwijfeld) vervolgd...
Ps ondertussen zou ik de correspondenten Leesteken (RD) en Dhr. Cornelissen (SP) dringend willen verzoeken aandacht te besteden aan dit gemeentelijke wanbeleid.